dinsdag 22 juni 2010

Dag 3: Carnarvon National Park

De nacht in de tent was goed meegevallen: mijn slaapzak had de test doorstaan en door de combinatie met een zijden binnenslaapzak had ik een heel comfortabele en warme nacht gehad.
Carnarvon national Park is vooral bekend voor de prachtige kloof, waar je een hele dag kan in wandelen, een fijne dagtocht van 14km lag voor de boeg. Voorzien van water, snacks en lunch gingen we op pad. De lucht was grijs en hier en daar hingen donkere wolken, jammer voor de foto’s die daardoor niet zo mooi zijn.
De wandeling is misschien wel vrij lang maar plat en je moet enkele keren de rivier over via grote keien in het water. Op het einde van het grote pad kom je aan de art gallery, een overhangrots vol Aboriginal rotstekeningen. Behoorlijk indrukwekkend.

Op de terugweg kan je verschillende zijwandelingen doen. Een ervan gaat naar het amphytheater. Je klimt langs een laddertje tegen de rotswand en via een smalle kloof tussen twee rotsen kom je in een enorme binnenplaats terecht. Als ik me niet vergis, is er een boek van Jommeke, waar  hij langs een rotsingang terecht komt in een soort aards paradijs, de naam ontsnapt me. Maar zo voelde het wel eventjes. Als je naar boven keek, zag je 100m boven je de lucht. Ik vroeg me af hoeveel dieren (en mensen?) hier ooit waren beland.

We keerden terug naar Takarakka Bush resort, waar we logeerden, overigens een aanrader voor wie hier ooit moest passeren. Net op tijd om platypussen te gaan spotten. Naar het schijnt resideren er enkele in de beek naast het kampterrein. De platypus of vogelbekdier, is een van de raarste beesten ter wereld. Ze leggen o.a. eieren maar de moeders zogen hun baby’s, waardoor ze tot de zoogdieren behoren. Jammer genoeg weten de beestjes dat ze zo zeldzaam zijn. Ze hebben besloten de platypus-geheimen zo lang mogelijk te bewaren en maken het onderzoekers uiterst moeilijk. Maar ook bewonderaars zoals wij moeten vooral veel geduld hebben en veel teleurstellingen doorstaan vooraleer hen te kunnen bewonderen. Ze verschijnen enkel bij zonsopgang of zonsondergang. In het schemer dus, wat het sowieso niet simpel maakt om iets te zien. We staarden over het water en toen zagen we enkele rimpelingen, zag Rune een rug en een hoofd en was het spektakel voorbij. We zullen voor alle zekerheid besluiten dat we nu eindelijk ook een platypus in het wild hebben gezien. Ontbreekt nu nog op ons lijstje: een hele resem giftige slangen, maar dat houden we liever zo.
’s Avonds maakten we weer gebruik van de aangename kampkeuken en bereidde ik een heerlijk wortelpuree, altijd lekker als een beetje frisser is. Maar het hendeltje van de kom begaf het en op de weg van kookvuur naar tafeltje maakte de puree een verticale val. Met de kom ondersteboven en de puree op de grond. Naar goede gewoonte had ik wat teveel gemaakt en na de oh’s, ah’s van omstaanders en de lachbuien nadien, werd hetgeen niet op de grond lag voorzichtig in de kom geschept en lekker opgesmuld. De korreltjes zand hier en daar schuurden de maagjes.

Intussen was het zachtjes beginnen regenen.

1 opmerking:

Liever geen anonieme reacties, wij weten graag wie ons schrijft... Bedankt.
Anne