dinsdag 16 augustus 2011

Dag 48: Geraldton-The Pinnacles

Gisteren bij onze aankomst in Geraldton reden we nog naar de garage. Onze LPG-installatie was nog steeds stuk en we mochten nog langskomen. We staan er een klein uurtje terwijl de man probeert om het probleem te achterhalen. Intussen krijgt iedereen wat honger en we moeten nog slaapplaats zoeken. Uiteindelijk belanden we in een cabin even buiten de stad. We koken ons potje nog en genieten van een zacht bed.

Vanmorgen dan mag Filip terug naar de garage en na een uur of twee kunnen we weer verder: onze LPG installatie is gemaakt en met het oog op onze verre rit terug naar Sydney, zijn we oprecht opgelucht. We vertrekken rond 10u30 en lunchen in een prachtig dorpje aan de kust. Er is een Fish en Chips-kotje in Leeman en het smaakt heerlijk.
We besluiten een omweg te maken naar The Pinnacles, dit was niet voorzien in onze planning, maar we kunnen dit niet links laten liggen. En inderdaad, het blijkt een super mooi plekje te zijn. Je waant je in een maanlandschap. De kleuren, het zand, de omgeving, het is allemaal om ter mooist. We rijden door het park en moeten dan jammer genoeg weer verder...






vrijdag 12 augustus 2011

Dag 47: World Heritage Drive


We verlaten vandaag Shark Bay, we moeten verder. Maar we bezoeken wel eerst nog een paar prachtige plekjes.
Onze eerste stop is Shell Beach. De naam zegt het al en het is echt indrukwekkend. Zover het oog kan zien en je handen kunnen grijpen, zie en voel je kleine witte schelpjes. Geen zand dus, maar ontelbare miljoenen schelpjes. De kinderen graven elkaar onder en vinden het reuze grappig. Uiteraard kan je ook nog een wandelingetje maken in de buurt. De grond achter het strand bestaat ook uit miljarden opeen geperste schelpjes van vele duizenden jaren. Door de regen worden ze een beetje gecementeerd en kleven ze aan elkaar. Vroeger werden er stenen uit gesneden en huizen mee gebouwd in de buurt. Deze schelpjes meenemen is overigens een grote overtreding, vermits het hele gebied beschermd is. 


 Onze volgende stop zijn de stromatolieten aan Hamlin Pool. Stromatolieten worden beschouwd als levende fossielen. Zij zijn de eerste levende wezens op aarde en enkel hier en op de Bahama’s kan je hen bewonderen. Eencellige organismen vormen vaste vormen, die op stenen lijken, maar eigenlijk leven. Ze groeien aan een gemiddelde snelheid van 0,3 mm per jaar. Zo zag het leven op aarde eruit zo’n 3,5 miljard jaar geleden en gedurende ongeveer 3 miljard jaar zorgden zij voor zuurstof op onze planeet.  Deze organismen liggen dus aan de basis van alle verdere leven hier op aarde. Ze kunnen vandaag op deze plek nog leven omdat het water hier door een speling van de natuur (een combinatie van stromingen en weinig regen) tweemaal zo zout is als in de rest van de oceaan en daar houden de organismen erg van. De plek maakt indruk, maar 3,5 miljard jaar terugdenken is echt wel moeilijk.

We rijden door naar Geraldton waar we rond 17u aankomen. De rit is vreemd, het desolate landschap verandert stilaan in een groen, looiend landschap, gras en bomen. Het lijkt een ander land.


Dag 46: Monkey Mia en Peron National Park


We staan vandaag op om zes uur, voor de ’grote ontmoeting’ moeten we immers  vroeg op. We rijden naar Monkey Mia, 25 km verder en zijn mooi op tijd. Op een bepaald moment wordt  er geroepen, de dolfijnen zijn aangekomen. We krijgen een uitgebreide uitleg: vele jaren geleden woonde hier een vrouw die ’s ochtends ging vissen in haar kleine bootje. Enkele dolfijnen hielden haar gezelschap en na een tijd gaf ze een deel van haar buit weg aan de dieren. De bezoeken van de dolfijnen hielden stand, en wetenschappers nam het voeden over. Elke dag komen hier sindsdien een aantal wilde dolfijnen eten halen, maar niemand weet wanneer welke dieren zullen komen en welke niet. Uiteraard worden de dieren elke dag grondig geobserveerd, ze hebben een naam gekregen en hun stambomen zijn goed gekend. Maar ze worden niet aangeraakt of medisch begeleid, het moeten immers wilde dieren blijven. Het gekke is dat van de hele groep, meestal moeders met baby’s, enkel vijf vrouwtjes eten krijgen en ook maar enkele visjes elk, volgens hetzelfde ritueel. Dat mogen enkele uitverkoren toeristen doen, die volgens bepaalde regels in het water mogen gaan staan en er dan ook weer uit moeten, om er daarna weer in te mogen. De dolfijnen komen elke dag, rond hetzelfde uur, een eerste keer om zeven uur, onder het oh en ah-gezucht van ontelbare toeristen (hoewel zogezegd stilte nodig is, anders schrikken de dieren), en na een uur nog eens. Ze zwemmen dan telkens weer weg en verdwijnen. Hun laatste voederbeurt is om 12u en als je het als toerist lang genoeg volhoudt (want iets anders dan de dolfijnen, een mini-museum en een dolfijnen-winkel is er niet te doen), ben je om 12u zowat de enige overgebleven geïnteresseerde en heb je veel kans om uitgenodigd te worden tot het geven van een visje. ’t Is allemaal wat te veel georkestreerd voor mij, het ‘wilde’ is er volledig van af en uiteindelijk duurt het grote evenement maar enkele minuten.  Je mag de dieren ook absoluut niet aanraken, vanwege alle chemische spullen die aan onze handen kleven. Veel geld geven om enkele dagen te logeren in Monkey Mia is dus niets voor ons, gelukkig hebben we ons niet laten vangen door de toeristische praatjes in boeken en folders. Maar de kinderen waren uiteraard wel in hun nopjes.
We drinken nadien iets op een terrasje, dat is altijd genieten, het is mooi en warm en heel veel gezellige terrasjes komen we hier immers niet tegen.
We wandelen nog eventjes langs de kust, vinden prachtige zeesterren en bewonderen het prachtige landschap. Tegen lunchtijd rijden we Peron NP in, voor een wandeling op de piek van het schiereiland. De rit ernaartoe is heel leuk, een lange, smalle en kaarsrechte weg door mul zand, de auto wordt weer op proef gesteld. En wij erbij. We stappen na de lunch door de duinen naar Skip Jack Point, vanwaar we kilometers over de oceaan kunnen kijken. Onder ons spotten we een grote groep Pied Cormorants op het strand, en haaien, sting rays en manta rays in het water. De walvissen, dolfijnen en dugongs verstoppen zich. Na een ferme rit terug eten we weer in ons overdekt BBQ-plaatsje en genieten van een prachtige zonsondergang.




Dag 45: Denham


We verkennen vandaag Denham en omgeving en profiteren eerst van de wasmachine op het caravan park. Fijn dat ik nog eens kan wassen, we zitten bijna allemaal door onze propere kleren. We gaan naar het toeristisch centrum, doen een toertje met de auto en eten ’s middags in het dorp. Het is opmerkelijk rustig hier, het dorp heeft mooi aangelegde straten en veel faciliteiten voor toeristen: propere BBQ’s, speeltuinen. Maar er zijn geen toeristen. Ik vermoed dat het hoogseizoen voorbij is.


In de namiddag bezoeken we het Ocean Park, een ‘natuurlijk’ oceanium. Er wordt geen gebruik gemaakt van filters voor het water, er is geen kunstmatig licht en de beesten zitten in grote aquaria. De meeste dieren hier zijn vondelingen en/of gewond. Na een bepaalde tijd worden ze weer vrij gelaten. We kunnen er gigantische haaien voederen, die onder ons door zwemmen en krijgen uitgebreide tekst en uitleg bij de mooie onderwaterbeesten die het park rijk is. Vooral het verhaal van de stonefish jaagt ons toch een beetje schrik aan en ik bedenk me dat het na 3,5 jaar eigenlijk wel laat is om zulke gevaarlijke beesten te leren kennen, ze zitten immers overal aan het water, hun camouflage technieken zijn indrukwekkend en het is de tweede giftigste vis ter wereld. 

 

We bezoeken ook nog Eagle Bluff, een ‘uitkijkpunt’ over de oceaan. We spotten jammer genoeg geen grote dieren, maar genieten van het prachtige uitzicht. ’s Avonds maken we weer lekker eten aan een overdekte BBQ aan de kant van het water. Wat een heerlijke plek.

Dag 44: Exmouth-Denham


Toch een fijne 600 km te rijden vandaag. Onze lunch gebruiken we onderweg in Carnarvon en we stoppen daar ook aan het postkantoor, waar we onze opgestuurde spullen (zie dag 14) terug oppikken. We zijn blij met de warme truien, pyjama’s en sokken ; ik heb zo het idee dat we ze goed zullen kunnen gebruiken.
Ons doel vandaag is Denham, het meest Westelijk gelegen stadje van Australië. Niet dat het daarvoor zo bekend staat, maar het ligt in Shark Bay, en dat is werelderfgoed gebied. En het is een gemakkelijke uitvalbasis voor de attracties in de buurt. In Monkey Mia, dat overmorgen op het programma staat en een resort is, kost een kampplaats het dubbele en moet je weken op voorhand boeken. We eindigen de dag op een mooie camping in Denham en we hebben weerom een plaatsje vlak naast het strand. We zijn onvoorstelbaar blij dat we het zout van ons vuile lijf kunnen spoelen. Zelden zo genoten van heerlijk warm water uit de kraan. Maar de wind strooit alweer roet in het eten en voor de zoveelste nacht op rij doe ik geen oog dicht. Op de koop toe beginnen we de ‘afdaling’ nu echt wel te voelen: het is hier zowel overdag als ’s nacht behoorlijk frisser. Gelukkig blijken de kinderen absoluut geen last te hebben van het lawaai en van de koude nachten. 

Dag 43: Wildlife Discovery tour

Hier hebben we lang naar uitgekeken. We gaan op zoek naar de reuzen van de zee tijdens een georganiseerde uitstap.
Met een klein rubber bootje worden we naar een grotere boot gebracht. Er is wind, de lucht is grijs maar het is niet zo koud. We zullen de dag doorbrengen met 3 andere koppels en een dame alleen. De crew bestaat uit 4 personen, waarvan een jonge dame ons een hele dag gaat filmen. We zijn benieuwd!

Eerst krijgt iedereen een wetsuit, zwembril en zwemvliezen. We blijven voorlopig binnen het rif en gooien na een kwartier het anker uit. Luna gaat vragen aan kapitein Paul of het anker wel in het zand is gevallen en niet op koraalrif. Good girl :-)
We hebben een goed half uur om te snorkelen. Er is merkelijk meer zand en minder koraal dan naast het strand maar we zien een enorme stingray, rifhaaien en heel veel grote en kleine kleurrijke vissen.
Rond elf uur krijgen we een radio call van het vliegtuigje boven ons: er zijn manta rays gespot en we moeten er zo vlug mogelijk heen. De boot gaat het ondiepe rif uit en door de hoge golven beseffen we dat we op de oceaan zijn.
We moeten er allemaal vliegensvlug uitspringen, de beesten blijven natuurlijk niet liggen wachten en we proberen zo snel mogelijk achter Lauren te flapperen, die alles filmt.  Helaas, het is maar eentje en hij zwemt nogal snel... We proberen het nog eens: iedereen wordt aan boord gehesen en iets verder gaan we allemaal het water weer in. Nu hebben we meer geluk: we zien drie enorme Manta’s door het water ‘vliegen’. Fantastisch!
Terug aan boord krijgen we het bericht dat een walvishaai in de buurt zwemt. Het is het einde van het warme seizoen, ze zijn al bijna allemaal verder gezwommen richting Noorden, maar hier en daar zwemt nog een laatkomertje voorbij.
We moeten wel nog 3 km over de woeste baren. En dat is natuurlijk niet zo geweldig voor mijn evenwichtsorgaan: binnen de kortste keren hang ik over de reling. Errug!!!! Senne voelt zich ook niet zo geweldig en is al gaan liggen. Normaal gezien zou ik mee gaan zwemmen met de whale shark, dat kan mits een kleine meerprijs. Maar in deze omstandigheden valt er met mij niet te praten. Daarom gaat Filip vliegensvlug mee met de groep. Hij zwemt naast de grootste vis in de zee. (Een walvishaai is een vis en geen zoogdier, zoals de walvis. Maar dit geheel ter zijde). Het blijkt een ‘little girl’ te zijn, ruim vier meter. Ze kunnen wel  12 meter lang worden. Wauw! Ik hoop dat Lauren ze goed heeft gefilmd...
Intussen heeft een van de vrouwelijke passagiers - overigens een onvoorstelbaar k***en, vraag maar eens aan de kinderen - terwijl ik op het toilet zat, mijn fotocamera doen vallen. Recht op de lens. Kapot. GRRRRRR!!!!!!! En niet eens sorry zeggen... En vind hier maar eens een Nikon reparatiecentrum…
Filip klimt terug aan boord en heeft inderdaad naast het enorme dier kunnen zwemmen, een unieke ervaring. We varen nadien terug het rif in en kunnen nog eens een half uurtje gaan snorkelen, iets wat ik vrijwillig afsla wegens nog niet helemaal terug op mijn effen. Tegen de late namiddag staan we terug op het strand, helemaal gepekeld. Jammer genoeg zit een verfrissende douche er niet in vandaag, in het Nationaal Park is geen sanitaire blok. En we zijn ook bijna door onze watervoorraad. 
We rijden dan maar vuil, moe maar helemaal voldaan terug naar de kampplaats en bespreken wat het leukst was van de dag. De kinderen vinden dat het snorkelen heel leuk was, maar het aller-leukste voor hen is toch het buffet geweest!!! (Voor de wakkere lezer: een simpel buffetje met wat sla, tomaatjes, vis, sausjes en brood is een feestmaal in de ogen van een kind. Wat heb ik hieruit geleerd? Op elk volgend kinderfeestje voorzie ik een buffet(je), geslaagde formule :-). Of is dit volkomen normaal na anderhalve maand kampeervoedsel?) 
(PS de foto's hieronder zijn niet van onszelf, maar geven een goed beeld van hoe het was)

Dag 42: Ningaloo Reef NP

Snorkeldag. We rijden van het ene strand naar het andere en genieten van de ongelofelijke onderwaterwereld. We zien rif haaien, roggen en prachtige visjes. Dit mag nog dagen langer duren.
Jammer genoeg moeten de snorkelspullen om 15u30 al terug. We rijden nadien naar Vlaming Head lighthouse en zien in de verte een aantal walvissen uit het water springen. Dat blijft ook altijd een mooi moment. 
En 's avonds bewonderen we weer een prachtige zonsondergang op het strand en doen we weer lekker zot.


Dag 41: Ningaloo Reef NP


De volgende morgen staat Filip op om kwart voor 5. Hij rijdt naar de ingang van het National Park. Hij is nummer twee, voor hem staat een caravan die zich daar de avond voordien heeft gezet. Handig toch :-). Het syteem is als volgt: om 8u komt de ranger aan, die opent het park. Hij/zij  belt rond naar de camphosts op de verschillende kampplaatsjes in het NP (elke kampplaats heeft een camphost en die weten wie vertrekt die morgen. Zo komt de ranger te weten hoeveel plaatsen er vrijkomen die morgen. En dan geldt de regel : first comes, first served. Filip mag dus als tweede kiezen. Hij kiest een plekje in het midden van het park (er rijdt een weg door van 35km lang en er zijn zo’n 10 verschillende kampplaatsen).  De plaats wordt voor ons gereserveerd. Intussen hebben de kinderen en ik alles al ingepakt. We moeten wel eerst nog 30km terug naar Exmouth voor boodschappen. We gaan ook nog iets leuks vastleggen voor de dagen nadien. We passeren langs het visitors centre en gaan voor iedereen snorkel gerief huren.
De tenten worden opgezet, we doen ons zwempakken aan en gaan nog een uurtje snorkelen aan Lakeside Beach. Het water is vrij fris, maar eens je erin geraakt is het geweldig. Bij de eerste stappen in het water zien we al kleine stingrays. Dat belooft!





Het is onvoorstelbaar. Alsof je in een enorm aquarium stapt! Vissen in alle kleuren en vormen, nooit gezien. We vinden het allemaal nog veel mooier dan in Cairns,waar we ook zijn gaan snorkelen. En het allerleukste is dat je vlakbij bent, je moet geen boot nemen om aan het rif te geraken.  Het koraal zelf heeft niet zoveel kleur, maar blijkbaar is dat omdat het geen zacht koraal hier maar hard koraal en daarom hebben ze minder kleur. Maar de vissen compenseren veel. En de zeekomkommers ook :-).
De wind is wel weer alom tegenwoordig en dat neemt een beetje van de pret weg. Het maakt het uit het water komen niet zo leuk en de tenten wapperen weer heel de nacht. Niet goed voor onze nachtrust.