We staan vandaag op om zes uur, voor de ’grote ontmoeting’ moeten we immers vroeg op. We rijden naar Monkey Mia, 25 km verder en zijn mooi op tijd. Op een bepaald moment wordt er geroepen, de dolfijnen zijn aangekomen. We krijgen een uitgebreide uitleg: vele jaren geleden woonde hier een vrouw die ’s ochtends ging vissen in haar kleine bootje. Enkele dolfijnen hielden haar gezelschap en na een tijd gaf ze een deel van haar buit weg aan de dieren. De bezoeken van de dolfijnen hielden stand, en wetenschappers nam het voeden over. Elke dag komen hier sindsdien een aantal wilde dolfijnen eten halen, maar niemand weet wanneer welke dieren zullen komen en welke niet. Uiteraard worden de dieren elke dag grondig geobserveerd, ze hebben een naam gekregen en hun stambomen zijn goed gekend. Maar ze worden niet aangeraakt of medisch begeleid, het moeten immers wilde dieren blijven. Het gekke is dat van de hele groep, meestal moeders met baby’s, enkel vijf vrouwtjes eten krijgen en ook maar enkele visjes elk, volgens hetzelfde ritueel. Dat mogen enkele uitverkoren toeristen doen, die volgens bepaalde regels in het water mogen gaan staan en er dan ook weer uit moeten, om er daarna weer in te mogen. De dolfijnen komen elke dag, rond hetzelfde uur, een eerste keer om zeven uur, onder het oh en ah-gezucht van ontelbare toeristen (hoewel zogezegd stilte nodig is, anders schrikken de dieren), en na een uur nog eens. Ze zwemmen dan telkens weer weg en verdwijnen. Hun laatste voederbeurt is om 12u en als je het als toerist lang genoeg volhoudt (want iets anders dan de dolfijnen, een mini-museum en een dolfijnen-winkel is er niet te doen), ben je om 12u zowat de enige overgebleven geïnteresseerde en heb je veel kans om uitgenodigd te worden tot het geven van een visje. ’t Is allemaal wat te veel georkestreerd voor mij, het ‘wilde’ is er volledig van af en uiteindelijk duurt het grote evenement maar enkele minuten. Je mag de dieren ook absoluut niet aanraken, vanwege alle chemische spullen die aan onze handen kleven. Veel geld geven om enkele dagen te logeren in Monkey Mia is dus niets voor ons, gelukkig hebben we ons niet laten vangen door de toeristische praatjes in boeken en folders. Maar de kinderen waren uiteraard wel in hun nopjes.
We drinken nadien iets op een terrasje, dat is altijd genieten, het is mooi en warm en heel veel gezellige terrasjes komen we hier immers niet tegen.
We wandelen nog eventjes langs de kust, vinden prachtige zeesterren en bewonderen het prachtige landschap. Tegen lunchtijd rijden we Peron NP in, voor een wandeling op de piek van het schiereiland. De rit ernaartoe is heel leuk, een lange, smalle en kaarsrechte weg door mul zand, de auto wordt weer op proef gesteld. En wij erbij. We stappen na de lunch door de duinen naar Skip Jack Point, vanwaar we kilometers over de oceaan kunnen kijken. Onder ons spotten we een grote groep Pied Cormorants op het strand, en haaien, sting rays en manta rays in het water. De walvissen, dolfijnen en dugongs verstoppen zich. Na een ferme rit terug eten we weer in ons overdekt BBQ-plaatsje en genieten van een prachtige zonsondergang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Liever geen anonieme reacties, wij weten graag wie ons schrijft... Bedankt.
Anne