woensdag 7 mei 2008

Vakantie - Dag 3 en 4

Dag 3 - inpak/rijdag.
De rit was niet zo lang en we zouden eerst nog Smokey Cape Lighthouse gaan bezoeken. Het was stralend weer. Inpakken is sowieso veel aangenamer bij mooi weer en het moet gezegd: onze doorgedreven in- en uitpak-organisatie bleek heel efficiënt te zijn. Iedereen heeft zijn eigen taken: aankomen, tent uit de auto, grondzeil leggen , tent opzetten door ons tweeën. De kinderen zetten intussen het groene tentje recht en plooien de tafeltjes en stoelen open. Nadien brengen ze de luchtmatrassen, slaapzakken en klerenzakken naar de tent. Ik zorg dan dat alles klaar ligt om later in bed te kunnen kruipen. Zulke dingen doen gaat toch nog altijd beter in daglicht. Intussen reorganiseert Filip de auto, want buiten de kleren, blijft alles in de koffer. Alle spulletjes zitten mooi georganiseerd in kleine doosjes in enkele grote dozen en zolang iedereen alles na gebruik weer in de juiste doos stopt, werkt dat perfect. Bij een uitstap kan gewoon de klep van de koffer dicht en lijkt het een lege auto... Het klinkt allemaal nogal overdreven, maar dat is wel degelijk de enige manier om een week te reizen, elke twee dagen van plaats te verhuizen en alles terug in de auto te krijgen op inpakdagen.

De vuurtoren was heel erg de moeite. Het uitzicht was onvergetelijk, de vuurtoren ligt op 128m boven de zeespiegel. De omgeving is mooi uitgebouwd en super onderhouden en meteen besloten we hier onze eerste outdoor-BBQ te houden. Ik ging met Rune vlug nog wat boodschapjes doen, terwijl Filip met de twee anderen nog even naar het strand wandelde.
Ik kan niet anders dan het iedereen aanraden: eten met zo'n uitzichten, fantastisch gewoon!

Tijd om te rijden. Grafton was de volgende stop, zo'n 250 km verderop, richting binnenland.
We kwamen in een prachtige camping terecht. Je kon er letterlijk van de grond eten, zo proper. De straten waren mooi afgeboord, overal stonden palmbomen en haagjes en overal was er camera-toezicht. Uiteraard maakt het dat iets moeilijker om de beest uit te hangen (niet wij, maar de jonkheid, natuurlijk :-)), maar uiteindelijk is het wel fijn dat het allemaal zo in orde is. We aten in de campkeuken en sliepen heerlijk op het zachte gras van ons mooie plekje.

Naast ons logeerden een ouder Nederlands koppel. Zij waren al voor de zevende keer in Australië. De vorige zes keren deden ze een toer van 6 maanden met de fiets, deze keer hadden ze gekozen voor een jeep. De sympathieke mijnheer was tenslotte al over de 70... Het was een kranig koppel, echte avonturiers, ze hadden aan bergbeklimmen gedaan en over de zeven zeeen gevaren... Respect!
Senne vond het geweldig dat de mensen Nederlands spraken, uren heeft hij gekletst en toen ze 's morgens vertrokken, was hij voorwaar een beetje triest. Wij vertrokken op dagtocht en toen we 's avonds terugkeerden, vroeg hij spontaan aan het nieuwe koppel dat naast ons stond, of ze Nederlands praatten. Groot natuurlijk de verbazing toen bleek dat de jongeman inderdaad een Nederlandse mama had en ze uit Zwitserland kwamen... en zo stond voor Senne het thema van de week vast :'Do you speak Dutch?' werd zowat overal zijn openingszin :-)

Dag 4
Het grote doel van deze reis was voor ons Washpool National Park. Het park is geklasserd als Wereld Erfgoed voor zijn regenwouden en prachtige natuur. 's morgens vertrokken we met goede moed, het zonnetje scheen heerlijk en de rugzak zat vol boterhammetjes voor een dag uitstap. We moesten wel even rijden, de camping lag op 80 km ervandaan. Maar een CD in de auto en in het terugkomen een DVD en het probleem was weer opgelost. We kwamen aan en ... het begon te regenen. En wat hadden we niet bij? Inderdaad, de regenjassen! Improviseren dan maar. De kinderen een winkelzakje over hun trui, Filip een emergency-regenjas (die altijd als noodoplossing in de auto zit) en ik een paraplu. Het is eens iets anders, met een paraplu door het regenwoud. De wandeling was 8,5 km lang. Mooi, mooi! Alleen jammer dat het zo vochtig was: het hele bos bleek vergeven van bloedzuigers. Zitten en zelfs ook maar even blijven staan was geen optie: de vreselijke beesten zaten op een zucht op onze schoenen en op zoek naar bloed in onze sokken. De wandeling werd dus snel gedaan, of toch niet: om de 100m moesten we elkaars schoenen inspecteren. Uiteindelijk heeft geen enkel beest het gehaald: ons bloed bleef waar het was. We aten bijgevolg ook al wandelend. Maar 't was toch schoon en op de hele wandeling was geen andere ziel te bespeuren... Mooie dagen zijn dit!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Liever geen anonieme reacties, wij weten graag wie ons schrijft... Bedankt.
Anne